Het zijn de dagen, uren, momenten waarin het goed gaat dat je je op je best voelt.
Vanzelfsprekend zal je denken. Maar het zijn juist de momenten van verdriet,
pijn en donker die je een andere kant laten zien. Die je de mogelijkheden hebben
geboden in het verleden en je nu en in de toekomst de mogelijkheden bieden om
los te komen van gedachten die je niet verder helpen; het moet donker zijn voordat
je het licht kan waarderen voor wat het is. Voorbij de angst liggen namelijk de kansen.
De dingen gaan als vanzelf en je mag de strijdbijl rustig in de buidel aan de
broekriem laten rusten. Maar die strijdbijl zit daar niet voor niets.
Het probleem is dat je denkt die strijdbijl nodig te hebben. Om de strijd aan te kunnen gaan
voor wanneer het niet goed gaat. Want het moet goed gaan. Want alleen als het goed gaat voel jij je goed!
En er zijn mindere tijden. Dat de strijdbijl tevoorschijn komt. Moet komen. Het hoofd gaat protesteren omdat het vast wil houden aan het goed voelen. Omdat het gehecht is aan het fijne
gevoel. Vechtend tegen alles wat dan is. Het niet kunnen en willen vastpakken, doorstaan, vasthouden, doorleven. Wetende dat daarachter de kansen liggen om te groeien, kansen te pakken, het donker te overstijgen... Maar toch denken er tegen te moeten vechten om het te kunnen overleven. Er geen andere manier is dan dat. Vechten moet je.
Het mooie, maar ook gelijk het moeilijke, is dat we geen tegenstander hebben waar we tegen moeten vechten. De enige tegenstander zijn we zelf. Het is als in het liedje 'Mooi' van Marco Borsato;
'want binnenin jezelf is waar het eindigt en begint' en andersom want binnenin jezelf is waar het begint en eindigt. De strijd voer je met niemand anders dan daar waar het begin en eindigt.
In het diepste van jezelf.
Zolang de momenten elkaar opvolgen krijg je elke keer weer opnieuw de kans om je gedachten te laten zijn voor wat het is en je de strijdbijl opnieuw terug of mag laten rusten in de broekriem. Totdat je op een dag de strijdbijl mag begraven...
Voorbij het donker...
Licht.